V.Z.W. Geschiedkundige Heruitgeverij
Home
Nederlands Bestellen Prijzen Titels Links Zoeken
English Orders Prices Titles Links Search
Français Commandes Prix Titres Liens Chercher

Zoeken - Search - Chercher

Van die beroerlicke tijden in die Nederlanden en voornamelijk in Ghendt - Deel II (1873)

Dit is het tweede deel van het vijfdelige werk van Marcus Van Vaernewijck. Van Vaernewijck was een bevoorrechte ooggetuige van de gebeurtenissen te Gent in de jaren 1566-1568. Het begon met preken van protestantse predikers buiten de muren van de stad en ging verder met een bijzonder bloederige repressie. Wat opvalt is de bijzonder objectieve manier waarop Van Vaernewijck ons op de hoogte brengt van wat hij zag, en wanneer hij iets schrijft dat hij heeft van horen zeggen, dan zegt hij dat elke keer. (399 blz., 12,- euro - enkel te koop als ebook).

This is the second part of a five part series by Marc Van Vaernewijck. The author was a privileged witness of the events that took place at Ghent during the years 1566-1568. It all started with sermons which were hold outside the city gates by protestant ministers, but soon it continued in a very bloody repression. What is very striking is the very objective way in which Van Vaernewijck describes what he has seen, and when he tells something that he only heard, he will always let us know. (399 pages, 12,- euros - only on CD)

Ceci est le second tome d'une série en cinq tomes par Marc Van Vaernewijck. L'auteur était un témoin privilégié des évènements que se sont passés à Gand pendant les années 1566-1568. Tout a commencé avec des sermons de prédicants protestants hors les portes de la ville et a continé avec une répression sanglante. Ce qui frappe l'oeil est la manière tres objective de laquelle Van Vaernewijck décrit les choses qu'il a vu, et quand il raconte quelque chose qu'il a d'ouï-dire, il nous le dit toujours. (399 pages, 12,- euros - seulement sur cédé)

Inhoud - Table - Table des Matières



Dat vierde boeck


Capittel I. Hoe de ghues een veltkeercke of twee neffens Ghendt was gheconsenteert te maken, om beters wille; de redenen werden hier eensdeels verhaelt 1


Capittel II. Hoe dat die ghues te Ghendt (die zij heeten de ghereformeerde keercke) ghereetscap maecten om haren tempel te temmeren, ende wie de hoofden ende principale van dien waren, ende van eenen man, die bij nachte anreest was met meer andere mannen, ende van sommighe maren 6


Capittel III. Hoe die catholijcke leelicke maren dede ghaen achter Hermanus den veltpredicant, ende hoe die ghuesen leelicke maren zaeijden achter broer Jan Vanderhaghen, ende hoe zij over beede zijden al neerstich preecten ende creghen veel toegheloops van volcke, ende vande ghuekeercke 11


Capittel IV. Ven eenen monstruesen visch, daer die gues vele uut conjecturenen wilden; van een beroerte te Brugghe; hoe die van Valenchiene zeer hijnghen an de nieu predicanten ende tHof resisteerden; hoe tUtrecht die ghuesen rudelic leefden; hoe van sommighe gheghuuchelt wart met de ghuesche tempelstichters te Ghendt ende haer predicanten; ende hoe sommighe ghuesche consistorianten beghonden bevreest te werden 15


Capittel V. Hoe die van Valenchiene haer belegghers bespronghen ende den buet ontjaechden; van veel vremde maren onder tvolck; hoe Valenchiene rontomme beleijt was; hoe de consistorianten van Ghendt bij der wet ontboden waren; vanden voortghanck van haren tempel; van een rudesse te Doornicke ende van een ghevecht te Ghendt 22


Capittel VI. Van een oordonancie ende placcaert vanden Hove uutgheghaen, hoe dat niemant gheweere ende wapenen ghebruucken en zoude zonder expres consent vanden Hove; ende noch van een ander stranghe placcaet jeghen die van Valenchiene 28


Capittel VII. Van een collacie te Ghendt onder die notable ghehauden, om te beziene waer men ghelt crijghen zoude om die ghendtsche ghuaerde te betalen; van sommighe vlieghende maren; ende hoe tvolck vande gharnisoenen int eerste zeer ghetraveilliert was 39


Capittel VIII. Van tpastuerkin van Exaerde; hoe datter veel ghuesghezinde in de ghuarde te Ghendt waren; vande ghues ontrent Zeghelsem bij Audenaerde; van eenen Carmelijt te Ghendt ende van eenen Jacopijn; van een foele tIJpre; vanden pastuer van Sleijinghen; ende van die blau excusacie der uutghelopen broers 46


Capittel IX. Hoe sommighe gheestelicke uut Vranckerijck ghecommen zijnde, vertelden die deerlicke desolacie, die daer gheschiet was, vreesende dattet hier ooc alzoo gheschieden zoude; van een beroerte onder die ghues te Ghendt, eerst anghericht van drij catholijcke, maer jonck ende zodt 53


Capittel X. Hoe die Westcanters in die wapen te velde quamen, ende hoe die Walen vier cloosters in gloede stelden, hoe den hoop curts zeer wies ende toenam; van veel lueghenen, die de papisten zaeijden, ende de ghues van ghelijcken; ende van vijve, die tot Rijssele ghehanghen werden 59


Capittel XI. Hoe de ghues de hare upgheroeijt hebben, ende wat colueren ende schoon redenen dat zij wisten bij te brijnghen om tvolck tot der wapen te trecken; ende hoe nochtans zulcke redenen quaet en valsch waren 63


Capittel XII. Van twee battaillen, die de ghues verloren hebben; dat ooc de heere van Noircarmes veel eeren daer an behaelt heeft ende veel dancx ende proffijts van onsen Coninc; van een rijcke man, die onthooft was; ende hoe die ghues datte wraken ende ooc een casteel verbranden; van een voorghebodt te Ghendt; van eenen vont van die van Rijssele; ende hoe Backersele met de ghues te Ghendt sprake hadde 69


Capittel XIII. Hoe die van Doornicke vermant werden onder den roup vande ghues; ende dat te Ghendt scheerpe wachte ghehauden wart; hoe den grave van Egmont in de stadt quam, ende vande edelmannen ende gharnisoenen ontvanghen was; hoe Backersele an den ghuestempel was, ende wat sprake dat zij hadden; ende van een requeste die die van Valenchiene tHove presenteerden 75


Capittel XIV Hoe die van Valenchiene uutsmijtende gherecontreert ende versleghen worden; ende hoe die van Nieukeercke in den Westcant de neerlaghe creghen; hoe datter eenen waghen met ghelde afgheworpen was; van een triumphe up den Cauter te Ghendt; ende van een remonstracie met xi articlen, die die van Valenchiene tHove zonden 81


Capittel XV. Van een voorghebodt te Ghendt; van die van Nieukeercke; hoe sommighe Westerlinghen quamen ghevlucht; hoe de hoochbaliu an de ghuekeercke te Ghendt zeker suspecte boucken wech nam; en van een groote beroerte te Ghendt ende daer buten; van een triumphe vande bende van Hoochstraten; ende wat maren men zeijde van Valenchiene 96


Capittel XVI. Hoe die gheestelicke schoolmeesters ende meesterssen, te Ghendt, tScepenhuuse ontboden waren; ende hoe sommighe postulanten bij den Raet (ghuesghezint zijnde) ghevrach ghedaen was, ende wat haer andtwoorde was; hoe den prince van Oraingien gheerne Amstelredamme ghepaeijsiert hadde, van onsen Conincx wille, in brieven; van een loose coursse van die van Valenchiene; van tvisiteren vanden ghuestempel te Ghendt ende zijn ghesteltenesse 103


Capittel XVII. Hoe die raetsheeren te Ghendt wederomme bij haer ontboden de consistorie vande ghues, ende wat pointen haer voren ghehauden waren; hoe den pastuer van Sleijinghe predickende buten Mechelen, ghevanghen ende ghehanghen wart; dat den grave van Egmont tot Ghendt ghecommen es; ende hoe den magistraet ende die ghues ghedeputeerde bij hem ghijnghen 111


Capittel XVIII. Van tgharnisoen, dat binnen Audenaerde ghecommen es; van twee mannen, die in den Westcant ghevanghen werden; van een beroerte te Ghendt; van sommighe nieu maren, ende tbedietsel vande vosse steerten ende ijseren ketenen die de ghuesche nobilisten droughen; van een course van die van Valenchiene; dat die predicanten over beede zijden gheblameert werden; ende van verdroncken lieden 117


Capittel XIX. Datter groote heeren ende perssonaigen bij de Gouvernante oorlog hadden ende afghedanct waren; van veel twijffelicke nieumaren; van tverbranden vander Fremenueren clooster, tAndtweerpen; hoe de ghues den Marcgrave, met de zijne, deden vijve le ghues roupen; dat die zaken van Valenchiene qualic stonden; ende dat men die lieden ontrent Ghendt haer gheweere beghonde te nemen; ende hoe die keercke van Baesserode binnen gheruwineert wart 125


Capittel XX. Hoe te Ghendt die lieden ontboden werden, om haren eedt te doene; ende welc een groote ruse ende vreese dat daer duere onder veel volcx quam; hoe die van Valenchiene scheerpelic beleijt werden; ende hoe zij noch een course of sprijncreijse deden, dwelcke haer naermaels niet wel becommen en es 130


Capittel XXI. Van crijschvolck, dat duer Ghendt passeerde; van een wreetheijt vanden gharnisoene an die van Audenaerde bedreven; wat men zeijde van Valenchiene ende van Zeelandt; van eenen veltslach voor Andtweerpen ende van eenen grooten ende vreeselicken trouble binnen Andtweerpen; ende hoe den prince van Oraingen groote wijsheijt daer in bezichde 136


Capittel XXII. Van een wijf, die de predicanten catolijcque ansprack; van brant te Ghendt; hoe die vremde predicanten ghepresen werden, ende wat zij zeijden; hoe die van Andtweerpen beloofden gharnisoen in te nemen; van den capiteijn der ghuesen voor Andtweerpen; hoe veel zaken beghonden te stillen; hoe Hermanus, den predicant, up een ghelt ghestelt wart, ende verboden te heerbeerghen; van crijschvolc te Deijnse; ende hoe Valenciene beschoten wart 147


Capittel XXIII. Hoe de Hoochbaliu van Ghendt naer Zeelandt ghetrocken es, ende dat Mosscheroen van Brugghe zijn plaetse quam bewaren; van eenen brant tAckerghem; hoe die van Andtweerpen en Doornicke beghonden te vluchten; hoe die steden over quamen die zeer ghues gheweest hadden; ende wat te Ghendt nopende de consistorianten ende ministers openbaerlic ghelesen wart 154


Dat vijfste boeck


Capittel I. Van drij vendelen knechten, die te Ghendt quamen, waeraf deerste duertrack ende die ander bleven; ende hoe die consistorianten ende ander ghuesen met hopen de vlucht namen; hoe die van Valenchiene verdruct waren; van eenen camp tusschen Bredenrode ende hertooch Herick; ende van disputacien ende werrijnghen onder tvolc 161


Capittel II. Hoe de ghuekeercke neffens Ghendt afghebroken wart; van Hermanus, den veltpredicant, ende die vraukins van Ghendt, van eenen eclips der zonne, ende hoe de eclipsen der zonne ende mane ghecauseert werden; ende van de vercoopijnghe der materialen vande ghuekeercke 169


Capittel III. Hoe die lieden van Ghendt gheïntimeert waren voor de laetste reijse haren eedt te doene; hoe tAndtweerpen die Calvinische predicanten ende andere uutghebannen waren; hoe die soldaten van Ghendt ende die Walsche soldaten ten diveersche stonden jeghen melcanderen vochten; hoe den prince van Oraingien uut Andtweerpen ghescheeden es; hoe zeere die stadt belast was; hoet ontrent Valenchiene verdestrueert was; van een deerlicheijt, die tot IJpre ghebuerde. 177


Capittel IV. Van een collacie te Ghendt ghehauden, nopende de groote assijsen vander stadt ender ander pointen anghaende de lasten der stadt; van eenen soldaat int nieu casteel ghehanghen; hoe tvendel ende tregiment van Lijcques uut Ghendt vertrack; ende hoe datter een ander vendel, up den zelven dach, weder te Ghendt quam ligghen, onder den capiteijn Germenij; hoe deen heelft vande Ghendtsche soldaten ghecasseert werden; ende vanden ghoeden coop boter ende vleesch 183


Capittel V. Hoe mij vrauwe de Gouvernante in Andtweerpen met peerderuters ende voetknechten ghereden es; van een justicie aldaer; van een colacie te Ghendt, nopende tproffijt vande assijsen; van sommighe ghenouchten te Ghendt; hoe Amstelredamme in perijckel was; van xxvi mannen, die te Ghendt inghedaecht waren, ende wie zij waren 190


Capittel VI. Hoe datter drije brekers te Ghendt, up de Vrindachmaerct, ghehanghen waren; hoe de ghebueren vander Vrindachmaerct ende daer ontrent requeste presenteerden om ontlast te zijne vande crijschknechten, ende hoe die crijschlien buten gheghaen zijn ende hebben dlandtvolck verdruct 200


Capittel VII. Hoe Vijanen overghegheven wart, ende den graven van Meghen binnen Amstelredamme ghecommen es; hoe datter drij brekers te Ghendt ghebannen waren; hoe eerlic den grave van Egmont te Ghendt inghehaelt was, die quam om de Wat te vermaken; hoe den prelaet van Sente Pieters tSaffelare vertrocken es; hoe die nobilisten der ghuesen ghevanghen zijn; van vremde maren ende ander dijnck 206


Capittel VIII. Van vijf ghuesche mannen of brekers, die wederomme ghehanghen waren, neffens Ghendt; ende hoe datter tAndtweerpen ooc ghehanghen waren; van zeker ghevanghenen; van ambassaden uut Duijtschlandt; van een roere te Ghendt tusschen die vremde jandaermen ende tvolck vander stadt 212


Capittel IX. Hoe de reste vande crijschknechten van Ghendt ghecasseert waren, up xxxij naer; van Hoochduijtsche ambassaden die duer Ghendt quamen; van een voorghebodt te Ghendt, om paeijs tonderhauden; vande marcgravenedinne van Beerghen; van meester Jan Onghena, hoe hij ghevanghen was; van die van Overembden; ende van diveersche nieumaren 221


Capittel X. Hoe die soldaten die tIJpre int volc gheschoten hadden, ghehanghen werden; dat tAmstelredamme Hoochduijtschen inghecommen zijn; van eenen ghevanghenen te Ghendt; vanden Sacramentsdach te Ghendt gheviert; van een boose daet van eenen soldaet tAndtweerpen, ende van zijn doot; hoe die roode rocx te Wiendicke, te Ronsse ende elder ontfanghen waren; hoe die soldaten te Ghendt verleijt werden 229


Capittel XI. Vande groote menichte van volcke, dat tAndtweerpen ende van elder vluchtende was; hoe Michiel Herlijnmet meer andere te Valenchiene ghejusticiert waren, ende van een beroerte, die daer uut rees; van Duijtsche ambassaden; van Chaerle Berick; van een roere tAndtweerpen; van confiscacie van boucken; ende van die soldaten van Ghendt 236


Capittel XII. Vande gracie, die den bisscop van Doornicke over zijn onderdanen sturte, ende hoe die ghecauseert was; van die tempelschendijnghe tot Oostwijnckele; ende hoe Pieter Backereel tAudenaerde zeer compasselic ghejusticiert wart; ende van Jan Van Wijnghene van Ronsse; vande justicie, die die van Rijssel deden 243


Capittel XIII. Van sommighe staute ghevanghenen; van diveersche natueren der meinschen; van vele diveersche nieumaren; van die nobilisten der ghuesen, die te Vilvoorde ghevanghen waren; van die wethauders van Bredenrode; ende dat men wel gheware wiert, te Ghendt ende eldere, dat veel volcx zeer veraermoet was, mits desen troublen tijt 250


Capittel XIV. Hoe dat, van schepenen weghe, te Ghendt ghelast was die keercken ende cloosters weder te repareren ende van beeldeweerck te stofferen; ende van sommighe argumenten, die daer up vielen; van vijf veendelen knechten die ontrent Andtweerpen veel quaets deden, ende hoe datter daer vele af ghevanghen was; ende van vier veendelen Hueverlanders, die ontrent Andtweerpen passeerden; ende noch van vier veendelen, die binnen Amstelredamme laghen 258


Capittel XV. Van twee pacienten, die te Ghendt up Sente Pharahilden plaetse ghehanghen waren; van die van Hasebrouck, van eenen Carmelijt van IJpre; van die van Doornicke; ende van sommighe ander ghevanghenen 264


Capittel XVI. Van zeker maren van Chaerle Van Destele; wat broeder Jan Vanderhaghen tSente Jans preect; van sommighe maren van die ghuesche princen, ende duuck Dalve, en veel ander zegwoorden; van Hans Claeijs, dat hij ghevanghen was; ende hoe, om sommighe zegwoorden, eenighe lieden voor scepenen ontboden ende ooc ghevanghen waren 271


Capittel XVII. Van twee mannen van Axele, die te Tghendt bij den Raet ghegheesselt waren; ende een verhael hoe die van Eecloo bespronghen waren; ende van een schoolmeester, die daer ghehanghen was, ende wat hij voor de wet voor zijn diffencie ghezeijt hadde; ende van veel prochien ontrent Eecloo, die met Calvinus leere gheïnfecxeert waren; ende hoe drij mannieren van ghuesen gheen gracie en zullen hebben, zoo men zecht 277


Capittel XVIII. Vanden fiertel van Sente Lievin, die te Ghendt afghestelt was, ende dat veel volcx hem quam verzoucken; ende hoe die ghues daer mede ghecten; hoe men zeijde, dat daer een mirakel gheschiet was van een cruepel vrauwe, ende hoe zij bij schepenen gheexamineert was 282


Capittel XIX. Hoe den duvel te Meere, in een ongheweerte, den turre ommedraeijde; van Onser Vrauwen beelte te Meere, ende wat de ghues daer bedreven hadden; van sommighe dijnghen te Ghendt gheschiet, ende hoe den roup vijve le ghues nu gheheel cesseerde ende onder voeten lach 287


Capittel XX. Van een placcaet vanden Hove te Ghendt ten tune uutghelesen; ende van een collacie te Ghendt ghehauden, om de lasten der stadt te minderen 294


Capittel XXI. Hoe de Walen haer prouf oordonancien maecten te Ghendt; en van een zeker tijdijnghe van duuck Dalve; ende hoe veel ghuesghezinde datter doot bleven zijn in battaillen ende andersins; van Viglius, hoe hij ghesproken was te Ghendt, ende hoe sommighe met hem schimpten vanden ghemeenen ghueschen volcke; ende hoe de roode rocx uut Ghendt trocken 299


Capittel XXII. Van eenen grooten brant tot Caprijcke, ende van eenen grooten donder, haghel, wint ende vreeselic tempeest, dwelck groote schade dede in veel quartieren in Vlaenderen; ende hoe die zesse ghuesche mannen, die bij den raet van Vlaenderen gheïntimeert waren, ghebannen waren ende al haer ghoeden gheconfiskiert; ende noch van eenen brant tSente Jans-Leerne; van vanghenes braken; van eenen struuck braemcruut, daer die ghuesche vrauwen veel uut conjectureren wilden, ende ander dijnck 305


Capittel XXIII. Van tpastuerkin van Vinderhaute, dat te Ghendt, zijn derder, ghevanghen wart; ende wat tot Aerlem zoude gheschiet zijn van eenen die ghehanghen was; ende hoe menagiers dat die ghuesen zeijden uut die vier principael Nederlanden ghevlucht te zijne 312


Capittel XXIV. Hoe die principael ghuekeercke tAndtweepen afghebroken wart; hoe de Ghouvernante uut Andtweerpen schiet; van veel nieumaren; vanden abt van Sente Beernaerts; van xv mannen van Oostwijnckele, die gracie hadden; van eenen brudeghoom, die te zoucken was; ende van Zeecxkin 317


Capittel XXV. Hoe die Duijtsche knechten te Valenchiene ghecommen zijn, ende die Walen, die daer laghen, vertrecken moesten; ende hoe eenen rijcken ghevanghen man verlost es; van nieumaren van duuck Dalve met de Spaengiaerts; hoe Lievin De Smet te Ghendt quam; van diveersche fause maren; ende van Overhemden 322


Capittel XXVI. Van een ghebodt bij schepenen te Ghendt uutgheleijt; van sommighe, die te Ghendt berooft ende ghequetst werden; vanden predicant van Lathem; van veelderande fausse maren; wat Lievin De Smet ghelast was, ende vele ander propoosten hier niet weert te recapituleren 328


Capittel XXVII. Van een ghebot te Ghendt uutgheleijt; hoe men ghereeschap maecte in Zeelandt om de comste vanden Coninc; van Duuck Dalve; van een edict tAndtweerpen uutgheleijt; van drij mannen te Mechelen ontsleghen; van tcasseren vande bende van Germenij; van een moortdadich stich; ende van Duijtsche knechten, die tAndtweerpen in quamen ; ende hoe men in Westvlaenderen weder vijnck 336


Capittel XXVIII. Van zes Anabaptisten, die tAndtweerpen ghevanghen waren; ende hoe die Anabaptisten jeghen die Calvinisten grooten twist hadden; hoe die Artoijsienen met haren capiteijn, monsr Montembrugis, uut Ghendt vertrocken, ende van hare rudessen up dlantvolck; ende van tgroote overlast, dat die Spaengiaerts up dlandtvolck deden 341


Capittel XXIX. Hoe men te Ghendt de Spaensche crijschknechten foerierde, ende hoe quade maren dat men stroeijde, van waer dat dit volck quam; van een bijstant tusschen onsen Coninc ende den Turcschen Keijser; hoe de Spaengiaerts in tlandt van Roo ghetrocken zijn; van sommighe tot Ghendt ghevanghen; van een beroerte ende ghevecht tot Brussele; ende hoe tvolck siste van psalmen te zijnghen 347

Index


Abacuck 64
Abiron 105
Achab 5
Achaijen 248
Ackerghem 148, 154, 155
Adam 281
Adama 307
Aeacides 125
Aeijghem 280
Aelst 5, 21, 233, 287, 322
Aeltert 306
Aerlebeque 306
Aerlem 105, 312
Aernem 315
Aijman 159
Alcairen 239
Alcantara 72
Alexander Magnus 249
Alonse 142
Alva 129, 245
Alverdobbelt 168
Amasiam 64
Amos 64
Amstelredam 16
Amstelredamme 103, 105, 153, 156, 165, 190, 196, 206, 229, 230, 258, 262, 263
Anabaptisten 110, 254, 329, 341, 342
Andtweerpen 5, 9, 10, 12-14, 16, 21, 43, 44, 83, 109, 125-127, 129, 136, 140, 141, 143-148, 150, 151, 153, 154, 156, 157, 163, 168, 177, 178, 180, 183-185, 187, 190, 204, 207, 210, 212, 215, 222, 223, 229, 232, 236, 238, 240, 241, 243, 252, 254, 255, 258, 261, 262, 270, 298, 313, 317, 318, 320, 322, 325, 328, 330, 336-339, 341
Andtweerpschen wech 210
Andtwerpsche poorte 113
Annoot-Braeckman iv
Annosius 56
Antweerpen 76, 142, 262
Archelaus 175
Arien 14
Armentiers 71
Arraes 241
Arschoot 133
Arschot 288
Artoijs 130, 162
Asselt 146
Atrecht 61, 254, 338
Auburch 7, 20, 305
Aude Veste 231
Audenaerde 46-48, 62, 78, 117, 136-138, 150, 151, 240, 243, 245, 246, 248, 249, 251, 271
Auderburch 116, 164, 235, 265, 320
Augustijnen 202
Augustinus 146, 284
Ausburch 106, 110, 334
Ausgburch 110, 274
Averrhoijs 146
Axel 197
Axele 161, 267, 277, 278
Azien 71, 121
Baal 284, 352
Babel 343
Babilon 284, 328
Babilonien 26, 171
Backereel 243, 245, 251
Backereeu 245, 248
Backersele 69, 73, 75, 117
Backerzele 78
Baesrode 340
Baesserode 83, 125, 129, 140
Baghattestrate 329
Baldach 303
Baltazar 150
Barlaeijmont 300
Barlaijmont 325
Barlandus 19
Barrahuys 303
Batenburch 210, 253, 276
Batenburgh 254
Baudeloostrate 231
Bauweloostrate 186
Beauvois 141
Beavoijs 141
Beelfroot 152, 305
Beerghen 32, 128, 221, 223
Beerghen up den Soom 223
Beerick 236, 239
Beghijnhof van Sente Lijsbetten 290
Beijens 316
Beijeren 227
Belina 310
Belle 228
Benjaminiten 346
Berghen 194
Betunen 341
Biervliet 290
Bijloque 290
Bilbao 301
Billebau 301
Biscaaie 301
Boessens 176
Boessins 172, 176, 195, 207
Bohemen 56, 228
Bokel 342
Borluut 299
Bosins 169
Bosschaijen 301
Bossu 70
Bouchain 24
Bourgoingen 253
Bourgundien 245, 255
Boussein 24
Brabant 27, 51, 150, 165, 180, 241, 261, 316, 318
Brabantstrate 99
Braempoorte 347
Brakelman 8, 21, 158, 159, 211, 306
Brauss 286
Brazilië 57
Bredenrode 161, 165, 181, 209, 210, 224, 250, 255, 341
Bredenroo 165, 311
Bredenroode 126, 165, 273
Brederode 126
Bremen 206
Brisgau 227
Bruchsche poorte 14, 98
Bruchsche Waelpoorte 11
Bruchschepoorte 47, 171
Bruchscher poorte 8, 56, 193
Bruchscher Waelpoorte 230
Bruchsepoorte 136, 176
Bruchserpoorte 188
Bruesel 128, 142, 211
Bruesele 10, 119, 133, 150, 153, 290, 318, 326
Bruessel 83, 96, 318, 337, 338, 350
Bruessele 38, 150, 243, 318, 347, 350
Brugge 56, 149
Brugghe 1, 15, 18, 83, 112, 154, 163, 326, 330, 336, 340
Brugschepoorte 148, 149
Brunswijck 206
Bullingerus 66
Burchstrate 347
Burgherhaute 262
Caius Caligula 138
Caius Sulpicius Gallus 175
Cakvinus 312
Calabren 348
Caligula 93
Calistenes 249
Callanderbeerch 347
Caloengie 301
Calvijn 54, 106, 243
Calvinisten 110, 145, 146, 158, 223, 226, 244, 254, 262, 292, 317, 319, 328-330, 335, 341, 343, 352
Calvinsten 227, 320
Calvinus 33, 110, 226, 241, 270, 277, 288, 308
Camerijck 86, 319
Camerijcke 79
Cammestrate 130, 185, 194, 195, 213
Caneghem 306
Canopus 303
Cappelle 154
Caprijcke 305
Carolus de Ve 331
Cassele 150, 228, 275
Cassius Chereas 138
Casteele 304
Catalonië 301
Cauter 81
Cautere 84
Cereas 138
Chartruesen 10, 36, 91
Chore 105
Cicero 308
Claeijs 271, 275
Clephuus 9
Cleve 150, 180, 273, 316
Cleven 52, 181, 255, 331
Cobbaert 155
Cocus 254
Codde 8
Condé 24, 33, 55, 333
Condeijt 24
Conincstrate 130
Constancien 89
Coorenaert 9, 57, 84, 100, 157, 162, 163, 168, 169, 185, 213, 216, 269, 347
Coorenleije 26, 27, 77, 97, 211, 289, 347
Coorenmaerct 246
Coorne 246, 251
Coucke 7, 199
Covael 267, 276, 309, 325
Crommenhessche 347
Cruepelsteghe 155
Culenburch 165, 181
Curten Steendam 130, 133, 185, 205, 299, 347
Curtrijcke 117, 306, 307
Dalve 245, 252, 253, 262, 271, 273, 300, 316, 319, 322, 325, 336, 337, 339, 350-352
Damasco 239
Damman 195, 209, 223, 243, 333
Dangelot 210
Daniel 310
Danins 208
Datenus 149, 150, 157
Dathan 105
David 342
Davidt 64, 70
De Beerghen 194
De Bellemakere 8, 159
De Berghes 181
De Besa 226
De Boomloze Mande 210
De Brune 117, 265
De Buck 168
De Busscher 209
De Cleerck 8
De Clercq 8
De Coninc 7, 197
De Coninck 7, 198, 308
De Coorenbloume 97
De Croocq 49
De Drije Coninghen 162
De Ghusseme 201
De Grave 208
De Guijse 54
De Guise 54
De Hondt 171
De Keghele 9
De la Barre 154
De la Becque 7, 197
De Lepinoo 59
De Licques 162
De Lijcques 187, 193
De l'Espinoy 59
De Mil 7, 99, 197, 319
De Montinbrugis 207
De Moor 133
De Pestere 7, 198
De Potter 162, 198, 245
De Pottere 266
De Pruet 207
De Rijcke 6, 7, 21, 78, 196-198, 308
De Saleere 21, 230
De Schutere 96
De Smet 7, 199, 322, 325, 327, 328, 333, 334
De Somer 108
De Somere 26
De Vos 7, 197, 243
De Weers 211
De Zaleere 8, 159
Deijnse 136, 147, 151, 186, 188, 265
Delabeque 7, 197, 308
Delft 105
Demosthenes 308
Den Beerghe 181
Den Granaet-Appel 348
Den Sampson 334
Dendermonde 23, 344
Dendermontschepoorte 179
Denemarcken 227, 331
Denijs 150, 168
Dentelghem 99
Des Fossez 341
Dhalve 129
Dherde 8, 205
Dhoijere 235
Diane 144
Dicxmude 58
Die Bomeloose Mande 210
Diericx 78
Dierkins 7, 159, 198
Dixmude 268
Dockem 303
Donderstrate 207
Doopers 342, 343
Doorensele 236
Doornicke 8, 19, 22, 24, 27, 59, 60, 62, 70, 75, 76, 89, 97, 118, 119, 154, 156, 157, 167, 206, 207, 241, 243, 264, 269, 326
Dossaert 7, 198
Douai 197
Douwaij 13, 27, 70
Doverloope 296
Drapstrate 136
Dronghen 271
Dronghene 12, 306
Du Boos 40, 131
Du Tour 304
Dudenhoven 325
Duffele 142
Duijtschen lande 215
Duijtschlandt 19, 52, 67, 158, 212, 239, 255, 316, 325
Dullaert 58
D'Overloepe 38
Eacides 125
Eecloo 129, 158, 277, 278, 280, 289, 306
Eename 62
Eerdtbrugghe 9
Eernesse 205
Egipten 303
Egmond 56
Egmont 24, 71, 75, 77, 104, 111, 112, 115, 133, 206, 207, 238, 252, 337, 341, 351
Eliseus 268
Embden 206, 225, 272
Ephesien 144
Erasmus 234
Erasmus Rotterodamus 52
Eva 281
Eversteijn 318
Exaerde 46
Farnesius 253
Fernats 186
Filips II 194
Fockers 340
Francus 19
Fremenueren 10, 105, 214, 287, 333
Fremenueren clooster 125, 126
Friburg 227
Friesland 303
Gabaoniten 346
Gallien 71
Gand 209, 304
Geneven 226, 227, 241, 273
Geneveren 300
Gennes 61, 273, 300
Gent ii, iv
Gentsche nieuwevaert 333
Genua 62
Germanice 227
Germenij 183, 188, 257, 300, 336, 338
Ghaesbeque 337
Ghauwe 192
Ghauwen 105
Ghavere 71
Gheerdtsbeerghe 21, 48, 209
Ghelderlandt 315
Ghelre 180, 316, 324
Ghend 264
Ghendt ii, iv, 1, 6, 7, 9, 10, 13-15, 17, 18, 20-22, 24, 27, 28, 31, 39, 43-47, 49-51, 53, 59, 62, 69, 73-78, 81, 83, 84, 96-98, 100, 102, 103, 105-108, 111-113, 115-121, 125, 126, 128-130, 133, 136, 138, 141, 147-151, 153-158, 161-163, 165, 168, 169, 177-180, 182, 183, 184-198, 200, 206, 207, 209, 210, 212, 215, 216, 219-224, 228-230, 232-237, 241, 242, 245, 246, 250, 254, 256, 257, 258-261, 263, 264, 268, 269, 271-278, 282, 287, 289, 290, 294, 295-301, 303, 305, 306, 308, 309, 312, 315-317, 319, 320, 322, 325, 326, 328, 330, 332-338, 341, 343-347, 349, 351, 352
Ghendtscher nieuwer vaert 345
Ghent 111, 198, 218, 321, 334
Ghoetghebuer 141
Ghoethals 171, 172
Ghue-keercke 107
Ghuekeercke 136, 137, 149, 151, 157, 172
Ghuekeercke neffens Ghendt 26, 169, 175
Ghuepoorte 178, 185
Ghues-tempel 108
Ghuetempel 171
Ghulick 180
Godthlandt 227
Godtshuus van Ste Saulve 36
Gomorrha 307
Gotha 331
Gottem 7
Gotthem 164, 197, 266
Gouda 191
Granvelle 61
Graven brugghe 201
Groenijnghen 83
Groenkeercke 353
Groot Kanon 203
Guines 61
Haerlem 315
Ham 272, 299, 304
Hansbeke 280
Hasebrouck 14, 264, 267, 307
Haspgauwe 210
Hasselt 113, 119
Hassincourt 71
Hauburch 161, 197, 201, 234
Hautbriel 130, 188, 234, 347
Hécart 106
Heerbeerghe van Sente Jacob 8
Heijndries 48
Helia 64
Heliseus 64, 284
Hemden 150
Heneghauwe 18, 32, 128, 130, 180
Henricx 7, 21, 45, 197, 319, 348
Herdoopers 335, 341-343
Heremans iii
Herenbeerghe 206, 209
Herlijn 102, 152, 236, 237, 248, 324, 332
Herlinus 237
Hermannus 10
Hermanus 11, 119, 147, 151, 169-171
Hermanus van Zwolle 123, 146, 319
Hermes 113, 246
Hesselins 254
Hesseloos 218
Hessen 239, 255
Heyndricx 7, 197
Hispanien 194, 223, 301, 348
Hof van Egmont 77
Hof van Fienis 77
Holijslaghers huus 162
Hollandt 15, 16, 27, 105, 165, 180, 193, 196, 206, 224, 255, 316
Hollandtsche Zee 17
Hollant 315, 316
Hoochhuus 202
Hoochpoort 112, 115, 186, 199, 217, 334, 344, 347
Hoochstraten 77, 84, 96, 97, 100, 102, 115, 123, 125, 318, 341
Hooftbrugghe 200, 265, 305
Hoombeerghe 209
Hoorne 24, 133, 194, 255, 273, 341
Hostelrije de Roose 112
Hueribloc 8
Hueriblock 8
Huesdene 129, 287
Hueverpoorte 22
Hughaert 20, 21
Hughenoijsen 56, 102, 227, 333
Hughenoten 55, 56
Hughenoysen 333
Hughonoijsen 73
Hugonoijsen 73
Hulst 14, 56
Hungharien 158
Hurssele 280
Hus 89
Hussiten 56
IJpre 82, 83, 117, 157, 177, 181, 229, 247, 264, 267
In de Sterre 157
In den Bonten Hert 246
In den Ghauden Appel 346
In den Granaetappel 45
In den Inghel 186
In den Salem 205
In den Sallem 8
In den Sampson 199
In den Tenen Pot 8, 319
In den Tenepot 159
Inghelandt 10, 52, 61, 67, 163, 164, 180, 222, 239, 273, 280, 316, 319, 331
Int Moriaens hooft 141
Int Muelekin 216
Italien 23
Jacopijnen 10
Janssen 56, 149
Jeremie 188
Jeroboham 5
Jeronimus 65
Jesuijten 122
Jherusalem 17, 93, 142, 239, 240
Johannes Baptista 263
Jooris 8
Josephus 17, 259
Judas Maccabeus 66
Kammestrate 264
Katzinhelleboghe 255
Keercke van Ste Vedast 36
Keerenmelckbrugghe 205
Keijno-le-Conte 24
Keijserpoorte 270, 321, 322
Keizer Karel 210
Kempen 339
Kessoij 321
Ketelpoorte 213, 329
Kijvije 219
Kiliaan 304
Koestrate 168
Koornmarkt iv
Krüger 139
Labeque 309
Lagreijne 181
Lande van Waes 309
Landercij 24
Landt van Rode 349
Landt van Roo 349
Landt van Rood 347
Landt van Waes 129, 275
Langhe Munte 45, 133, 163
Langhemunte 185, 187, 213, 217, 218, 230, 265, 268, 344, 347, 348
Langhen Steendam 178, 213, 256
Langher Munte 130
Lans 162
Lathem 328, 330, 343
Laubeerch 306
Laubejois 7, 198
Lausanen 226
Le Faulquier 340
Ledertauwersgracht 187
Leertauwers gracht 163
Leertauwersgracht 234
Leewerden 83
Leijbrugghe 179
Leijden 105
Leije 20, 205, 234
Leijebrugghe 121
Leijs de Vos 233
Leupeghem 245
Libertinen 110, 254, 270, 328
Liedekeercke 189
Liefbrugghe 78
Liekeercke bij Aelst 189
Liere 14, 141
Lijbaert 309
Lijbertijnen 292
Lijcques 169, 183
Lijflandt 227
Livius 175
Lobberjoos 7, 198
Locren 275
Lodewijc van Nassau 165, 181
Londonia 61
Longobardien 273
Loo 187, 303
Loochristi 187
Loreijnen 300, 319
Lorijnen 319
Loth 307
Loven 337
Lovendighem 280
Lubeeck 206
Lucianus 253
Ludick 119, 130, 146, 165
Lueven 344
Luxemborch 116, 300
Luxenborch 324
Machabea 66
Maeijeghat 180
Maestricht 83, 113, 119, 165, 184
Mageleijnstrate 99, 161
Mähren 56
Maldeghem 280
Malta 348
Mansvelt 261
Marcus Aurelius 310
Mare Liguricum 349
Mare Ligusticum 349
Mare Tijreneum 349
Margaretha van Parma 194
Mariakeercke 193
Martinisten 110, 145, 165, 254, 262, 317, 328
Martins 8, 49
Martinus 270
Mathatia 66
Mattathias 66
Mechelen 10, 51, 111, 113, 114, 134, 336, 338
Meenen 70, 306
Meerbrugghe 144
Meere 287-289
Meghen 133, 206
Meijnkins 271
Meissen 56
Menelaus 303
Menno 342
Merevijle 267
Merheren 56
Merindolanen 247
Mertens 141
Metselweer 303
Michelenburch 227
Micheus 149, 330
Mil 99
Moab 259
Modet 113
Moenen 9
Moijsen 105
Moijses 64, 167
Montembrugis 187, 193, 202, 241, 257, 264, 273, 339, 341, 343
Montinbrugis 195, 200, 234
Montingij 194
Moravië 56
Morghen 341
Morkeercke 70
Morslede 339
Mosscheroen 154, 195
Mosscheron 169, 326, 335
Mosschoren 154
Motembrugis 300
Mude 58, 179
Mudebruggheskin 347
Mudepoorte 44, 136, 161, 228
Munster 19
Muntser 19, 342
Namen 130, 324, 337
Namur 129
Napels 23, 345
Nassau 273
Navarren 349
Neapolis 348
Necspoele 113
Nederlanden ii, iv, 24, 42, 44, 45, 129, 154, 161, 164, 226, 239, 255, 273, 312, 316, 318, 319, 348
Nederlandt 113, 252
Nederlandtsche Zee 154
Nederpolder 210
Nevele 255
Nicodemus 214
Nienove 155
Nieu Casteel 45, 118, 178, 183, 185, 186, 193, 205, 256, 258, 276
Nieubrugghe 185, 195, 205, 339
Nieukeercke 81-83, 96, 97, 112
Nieulandt 312
Nieupoort 123, 130, 347
Nieustadt 331
Nieustrate 130, 133, 164, 185, 188, 234, 264, 339, 347
Nieuwen Casteele 78, 118, 185, 207, 208, 232, 338
Nobilisten 206, 333
NobilistenHelfaut 209
Noircarmen 85, 86, 89-91
Noircarmes 32, 33, 35, 36, 69, 71, 86, 293, 322, 323
Norkarmen 79
Norkermen 79
O. L. Vrouwestraat 213
Odaert 234
Oegheert 7, 198
Olijeslaghers huus 217
Onderbeerghen 347
Onghena 62, 221, 223, 254, 270
Onser Liever Vrauwen keercke 10
Onser Liever Vrauwenkeercke 190
Onser Vrauwen broers 347
Onser Vrauwen keercke tAndtweerpen 210
Onser Vrauwen keercke up Sente Pieters 9
Oombeerghe 195, 243, 333
Oostenrijck 227, 331
Oostervael 140
Oosterweel 140
Oostlandt 52, 67, 180, 316
Oostwijnckel 244
Oostwijnckele 243, 244, 280, 317, 320
Ootgheer 7, 198
Optatus 56
Orainge 341
Oraingen 24, 133, 136, 273, 319
Orainghien 103
Oraingie 154
Oraingien 105, 143-146, 153, 177, 180, 181, 255
Origenes 65
Orphariten 56
Overembden 221
Overhembden 224-226
Overhemden 272, 316, 317, 322, 326, 330, 339
Ovidius 253
Palerma 310
Papeghaeijhuus 155
Papestrate 230
Papisten 59, 133, 166, 251
Parijs 53, 54, 102, 245
Parma 32, 253
Parme 28
Pasbrugghe 235
Paulus 65, 152, 167, 199, 310, 329
Pederceliepoorte 284
Penneman 162
Perrhebiam 175
Perseus 175
Petercelie poorte 215
Peterceliepoorte 162, 241, 245, 343
Petreceliepoorte 179
Petrins 306
Petronio 93
Petronius 93
Pharahildenplaetse 347
Phelips 342
Phelips van Ste Aldegunde 32
Philips II 194
Philopomenes 248
Photion 309
Piedmont 245
Piedtmont 253
Piels 7, 198
Pieters 1, 56
Pijls 198
Plaijsance 28, 253
Plaisance 32
Poelgien 348
Pollijn 267
Pomeren 227
Potjesmarkt 213
Predicheeren 335
Preeckheeren 172
Priels 7, 198
Prochie van Ste Cornelis 47
Procopius 120
Proostie van Sente Pieters 231
Prussen 227
Prussia 286
Quatam 347
Quesnoy 24
Rabotte 23
Rammekens 139
Rammekins 139
Raveschoot 280
Rediable 7, 198
Reep 168, 347
Reesseghem 70, 293
Reke 211
Rekelijn 265
Riemen 319
Rijckaert 237
Rijcke Ghasthuus 347
Rijm 215, 278
Rijn 150, 255
Rijpelmonde 319
Rijsele 247
Rijssel 243
Rijssele 9, 59, 63, 69, 70, 73, 117, 148, 247, 267, 306
Robais 70
Rodderstrate 130
Roeulx 99
Roijghem 193
Ronche 171
Ronckaert 184
Ronsele 280
Ronsse 229, 233, 243, 246
Roodenturre 338
Roome 61, 138, 273
Rossaert 7, 198
Rues 70, 99
Ruijtijnck 7, 197, 308
Rutsemeelis 250, 251
Sacraments huusen 250
Saffelare 206, 209
Salemon 321
Salomon 5, 19, 269, 291, 321
Sanderus 213
Sartruesen 92
Sassen 331
Saulus 252
Sauselette 309
Sausselet 200, 346
Savaenstrate 329
Saxonia 239
Scepenhuijse 103
Scepenhuus 84
Scepenhuuse 198
Schelde 27, 82, 139, 210, 232, 233, 319, 320
Scheldebelle 346, 349
Scheldewindeke 232
Schepenhuse 156, 202
Schepenhuus 115, 124, 182, 206, 318
Schepenhuuse 201, 275, 294, 327
Schepenhuusstraetkin 202
Scheveninghe 15
Schuerkin 11
Schutters hove van St Sebastiaen 84
Seboim 307
Seijs 205
Seneca 175
Senen 193
Sente Amants 24, 89
Sente Amantsbeerch 101
Sente Baefs 45, 168, 210, 211, 235, 275, 301-304, 308
Sente Barbara 275
Sente Beernaerts 317, 319
Sente Claren buten Ghendt 321
Sente Donaes keercke 18
Sente Gillis straetkin 329
Sente Jacobs 332
Sente Jacobs-prochie 167
Sente Jacobs keercke 74, 121, 207, 260, 275
Sente Jacobs prochie 301
Sente Jacobskeercke 130, 147
Sente Jans 168, 271, 301, 332
Sente Jans-Leerne 305, 309
Sente Jans keercke 122, 210, 282, 283
Sente Jans prochie 301
Sente Janshuus 123
Sente Janskeercke 271
Sente Lievins-Hautem 282
Sente Lievinspoorte 158, 161
Sente Michiels 332
Sente Michiels keercke 77, 290
Sente Michiels prochie 301
Sente Michielsbrugghe 206
Sente Nicolaus 332
Sente Nicolaus prochie 301
Sente Pharahilden plaetse 201, 264, 265
Sente Pieter 231
Sente Pieters 104, 122, 164, 206, 209, 213-215, 241, 269, 278, 300, 301, 321
Sente Pieters adbie 212
Sente Pieters te Ghendt 300
Sente Quintensbeerch 213
Serlippins 133
Serpentstraetkin 202
Seyne 193
SGraven Casteel 230, 250, 290
SGraven Casteele 201, 235, 265
SGravenbrugghe 265
Shertogenbosch 10
Sicilien 348
Simancas 194
Simons 342
Sjas 211, 298, 333
Sjinsjan 82
Sleijinghe 111, 114
Sleijinghen 46, 50, 113, 338
Slijpstrate 347
Slusekin 201, 319, 347
Socratem 175
Sodoma 307
Somerghem 280, 306
Spaengien 190, 252, 273, 301, 302, 319, 326, 349
Spaingnen 345
Spanje 194
Spieghelman 278
Spoele 99
SPrincenhof 221
St-Pieters 209, 213
St Baafs 58
St Jan 82
St Jans 58
Stadthuus 83, 245
Ste Amants 70, 91
Ste Amantsbeerch 185
Ste Baefs 114
Ste Jacobs keercke 148
Ste Jacobskeercke 50
Ste Jans 58, 148
Ste Jans keercke 12, 264
Ste Jansbrugghe 123
Ste Janskeercke 155
Ste Lievins-Hautem 43
Ste Michiels 49
Ste Michiels brugghe 97
Ste Michiels te Ghendt 48
Ste Nicolaus 152
Ste Omaers 32
Steeghers 157
Steels 210
Steendam 101, 208, 234
Stevins 118, 119
Stoppelare 176
Stoppelleere 77
Surich 226
Taboriten 56
Taijaert 7
Tanchelin 171
Tandemus 171
Tandenussen 171
Tauler 52
Taveerne den Duijtschen leghere 155
Tayaert 197
Te Poele 195
Teijaert 308
Temmerman 241, 300
Ter Veren 338
Teyaert 197
Theijaert 197
Theijmont 7, 196, 308
Tielt 289, 306
Tijrol 340
Tijrus 318
Titus 17
Tock 8, 230
Tongren 113
Topinambous 57
Torfs 141
TPas 347
Triest 194, 224, 264
TsGraven casteel 111, 200, 203
TsGravencasteel 124
TsHelichs Crist 230
TsHertoghenbosch 165
TShertoghenbossche 10, 153, 156
TSlusekin 27
Tspoorters bordeel 211
TsPrincenhof 23
Tupin Ikins 57
Tupin Imbas 57
Tupinambas 57
Turckijen 268, 286
Turrepoorte 172, 197
TZant 224
Up tPas 188, 234
Utenhove-steen 202
Utrecht 15, 16, 20, 126, 196, 239
Valenchiene 13, 15, 18, 22, 24, 27, 28, 31, 32, 34, 35, 37, 44, 59, 75, 79, 81-85, 88, 90, 96, 97, 101, 103, 106, 107, 113, 117, 120, 121, 125, 127, 128, 130, 134-136, 139, 150-153, 156, 157, 161, 164, 177, 181, 195, 236, 237, 239, 248, 251, 318, 322, 324, 326, 332
Valenchiene : Sente Geri Keercke 13
Valenchiene : Sente Jans keercke 13
Valenchijn 32-34
Valenchijn : Keercke van Ste Guericx 33
Valenchijne 31, 37
Valenciene 43, 79, 102, 147
Van Baden 239
Van Bourgondien 154
Van Brandenburch 239
Van Brunswijck 165
Van Campene 162, 188, 198, 245
Van Crombrugghe 121
Van den Baers 148
Van den Beerghe 14, 118
Van den Bogaerde 7
Van den Boomghaerde 7, 198
Van den Bossche 331
Van den Steene 28
Van den Velde 231
Van den Wijnckele 319
Van der Kene 276
Van der Luere 7
Van der Muelene 278
Van der Schuere 7, 151, 198
Van der Sluus 118
Van Destele 240, 271
Van Dixmude 58
Van Embijse 131, 243, 265
Van Glymes 194
Van Hane 131, 132
Van Hauwaert 334
Van Hauweghem 200
Van Hoorebeque 7, 197
Van Hoverbeque 200
Van Huerne 197
Van Hulze 141
Van Liere 349
Van Lijcquis 162
Van Loo 97
Van Montenbrugis 162
Van Montmorency 194
Van Poucke 290
Van Reiable 7, 198
Van Rooijen 247
Van Secleers 164, 266
Van Swijnaerde 213
Van Vaernewijck ii, iv
Van Wenemare 265
Van Westhuuse 201
Van Wijnghen 246
Van Wijnghene 243
Van Zele 231
Vand en Wijnckele 159
Vanden Hesch 203
Vanden Steene 31
Vander Aa 210
Vander Luere 197
Vander Saffelt 207
Vander Schuere 20
Vanderhaeghen ii, iv
Vanderhaghen 7, 11, 12, 121-123, 147, 172, 197, 271, 274, 328
Veemaerct 130, 185, 187, 194, 195, 208, 234, 264, 347
Veltstrate 213, 304, 347
Vere 189
Vespacianus 17
Vianen 126
Viglius 114, 211, 299, 301, 304, 345
Viglius d'Aijtta 303
Vijanen 165, 196, 206, 209
Villeers 141
Vilvoorde 113, 168, 241, 250, 253, 254, 276
Vinderhaute 312
Vischmaerct 8, 159, 185, 186, 213, 217, 219, 230, 265, 304, 321, 347
Vlaanderen 56, 154, 197
Vlaendere 276
Vlaenderen 6, 23, 27, 37, 38, 49, 71, 82, 104, 108, 116, 150, 154, 158, 169, 180, 206, 246, 255, 305, 308, 309, 316, 325, 340
Vleeschhuus 189, 350
Vlissinghe 189
Vlissinghen 139
Volckaert 7, 159, 197
Vranckerijck 53
Vranckrijck 19, 52, 53, 55, 56, 76, 90, 163, 247
Vranckrijcke 55, 94, 153, 180
Vrancrijc 94
Vrancrijck 73, 102, 227, 239, 316, 319, 333, 334, 349
Vrancrijcke 333
Vrieslandt 83, 180, 303
Vrindachmaerct 100, 130, 141, 162, 165, 185, 187, 188, 194, 200, 202, 204, 213, 217, 219, 263, 268, 269, 347
Vrindachmarct 163
Vuijlsteghe 148
Wacken 154, 326
Waeldam 98
Waermoesstrate 206
Waerschoot 280
Walckeren 136, 154, 189, 261, 336
Waldoijsen 247
Walschen cant 72
Wannekin 203
Wannekinsaerde 203
Waterlandt 196, 206
Waterloos 168
Waterloos bij Lannoij 70
Wech van Andtweerpen 213
Weenen 331
Weijns 8, 230
Welders 340
Wesalia 230
Westcant 14, 59, 60, 66, 78, 81, 82, 97, 112, 117, 151, 157, 247, 307, 340
Westquartier 168
Westvlaenderen 228, 336
Wettere 346
Wezel 230
Wiendicke 229, 232
Wijchuijse 99
Wijchuse 77, 207
Wijchuus 98, 100, 162
Wijchuuse 100, 202
Wijenaert 321
Wijnaert 321
Wijnckele 228, 236
Wittenbeerghe 239
Ypre 46
Zantbeerch 347, 349
Zee Mediteraneum 348
Zee Mediterraneum 349
Zeeburg 139
Zeecxkin 270, 317, 321
Zeelandt 27, 41, 136, 139, 140, 154, 180, 189, 240, 261, 316, 326, 336, 338
Zeewerghem 162
Zeghelsem 46-48
Zegor 307
Zuichem 303
Zuivelbrug 203
Zweden 227
Zwijnaerde 129, 162, 233, 300
Zwinglius 226
Zwitserlandt 226
Zwolle 319